29 • Een dagje op de regenboog planeet
Er welden tranen op in mijn ogen, maar stopte ze heel snel weg toen iemand uit het niets voor me stond.
"Dyanne, gaat het?" Vroeg een zachte stem.
Ik keek verder omhoog.
"Waar kom jij vandaan?" Was het enige wat ik kon vragen na mijn verwarring.
"Dit is mijn ehh.. Huis zeg maar." Antwoordde ze. "Het is gemaakt van Gadolinium, dat kunnen andere aliëns niet zien, dus ik denk dat het lijkt alsof je buiten bent of zo?"
Ik keek Poekie aan alsof ze gestoord was.
"Waar zijn Maith en Dian?" Vroeg ik maar om haar te verlossen van de ongemakkelijke stilte.
"Ze zijn teruggegaan naar hun huis. Jullie werden bijna aangevallen door de Acha's. Ik heb eigenlijk geen idee waarom ze jou achterlieten."
Ik sloeg mijn ogen neer. "Ik mag niet meer naar die planeet."
Poekie reageerde een beetje overdreven en opende haar mond alsof ze deed alsof ze heel verbaasd was, maar stopte al snel.
Ineens maakte ik mijn ogen groot. "Maith en Dian hebben je toch niet gezien hè?"
Poekie schudde haar hoofd en glimlachtte daarna, waarschijnlijk blij dat ik aan haar kant stond.
"Ehmm.." Begon ik iets te vroeg. Hoe moest ik dit zeggen?
Poekie keek me al met een schuin hoofd aan.
"Weet je... Misschien een plek waar ik heen kan? Behalve hier."
"Ik kan hier niet eens weg, hoe wil je trouwens van deze planeet komen zonder raket?"
Ik sloeg mijn ogen neer. Ik had het in ieder geval geprobeerd...
Er volgde een lange stilte nadat Poekie ergens ging zitten. Vanuit de hoek waar ik zat, leek het alsof ze zweefde, aangezien ik dat ene spul niet kan zien.
Ik dacht aan mijn hele verleden. Vanaf dat ik me herinner dan.
Poekie staarde me eng aan, wat ik pas na een aantal minuten doorhad.
Plotseling stond ik op. Ik was eigenlijk van plan weg te lopen, maar het leek al alsof ik buiten was. Daarnaast wist ik niet de uitgang van dit.. waar ik ook in zat.
Poekie stond ook op en trok me mee naar buiten, nu het echte buiten, denk ik.
Ik liep voor de zekerheid nog een rondje om te kijken of ik wel echt buiten was. Gelukkig was dat ook zo, tenzij dit een nog veel grotere kamer was.
Ik lachte en zuchtte tegelijk, alsof je terugdenkt aan goede tijden in het verleden.
Helaas kwam ik er al snel weer achter dat we nu in het heden zaten.
"Waar denk je aan?" Vroeg Poekie, voordat ik de lach van mijn gezicht kon halen.
"Niks." Antwoordde ik, waarna ik mijn hoofd fronsde.
"Wat doe je hier eigenlijk elke dag?" Vroeg ik nieuwsgierig, terwijl ik al ging zitten op een kleine rots die vlak naast me stond.
Poekie dacht na en keek naar linksboven.
Ze haalde haar schouders op. "Niet veel... Er is niet zo veel te doen hier. Daarnaast moet ik het allemaal alleen naar mijn zin maken."
"Waar kom je dan net vandaan?" Vroeg ik.
"Ik was naar.. Het enige water op deze planeet gegaan, om me te wassen." Antwoordde ze.
"Het enige water? Is dat in die ene grot?"
Poekie keek me niet begrijpend aan. "Laten we eerst maar gewoon gaan eten."
Ik knikte. Ik had echt wel zin in wat te eten.
Poekie verdween even, maar later verscheen ze weer met een kom in haar handen.
Dat had ik niet gezien in haar huisje. Daar kon ik niks zien. Misschien stond het wel in een ander huisje of zo.
Ik pakte het aan. In de kom zat een soort soep.
Ik rook er aan. "Mmm." Ik wist niet waar het naar rook, maar het rook heerlijk, misschien naar een soort bloemen of zo.
Toen we uiteindelijk allebei klaar waren, pakte Poekie onze kommetjes, verdween ze weer en kwam met lege handen terug.
"Kom maar mee." Zei ze mij niet aankijkend, terwijl ze langs mij verder liep.
Ik stond op en rende een stukje zodat ik naast haar kwam te lopen.
"Waar gaan we heen?" Vroeg ik.
"Gewoon een plek waar ik elke dag heen ga.." Meer antwoordde ze niet.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro