27 • We gaan weer eens naar je kan wel raden waar
Onderweg brainstormde ik nog even en ging bijna heel mijn leven langs. Totdat ik kwam bij dat ene jaar, ongeveer twee jaar nadat ik mijn thuisplaneet verliet en het niet meer terugvond, als ik het goed had.
Het vreemde is namelijk dat ik me daar amper iets van herinner. Dat lijkt in ieder geval zo. Misschien omdat er in dat jaar niks spannends gebeurde, maar dat was al die 14 jaar eigenlijk zo. Tot paar dagen geleden dan..
Hoe kan je nou ook verwachten dat ik gewoon weet waar ik heen moet, als ik niet eens wist wie dat in mijn 'droom' was? Hoe kende die Aliën Davant trouwens?
Uiteindelijk zag ik in de verte een planeet te voorschijn komen.
"Gaan we daarheen?" Vroeg ik al wijzend naar de planeet.
"Ehh.. Ja, sorry, ik kon echt geen betere plek bedenken." Antwoordde ze.
Pas toen begon ik wat beter te kijken en zag dat het de regenboog planeet was.
"Neeneenee, ik ben daar voorlopig echt genoeg geweest. Kom op!" Zei ik al zuchtend en zeurend.
Ik zakte onderuit en sloeg mijn handen voor mijn ogen, maar haalde ze al snel weer weg.
Misschien, als ik Poekie nog kon vinden en zij nog gevonden wilde worden, kon ze me helpen met het probleem dat ik niet wist waar ik heen moest.
Ik glimlachte maar in plaats van zuur voor me uit te kijken.
Toen Dian dat zag vroeg hij: "Je vond het net toch nog juist zo vervelend? Nu zit je te lachen."
"Ja, klopt." Antwoordde ik kort. Ik had geen zin om het helemaal uit te leggen.
Toch vond ik het best vervelend om hier achtergelaten te moeten worden. Ookal wist Poekie waar ik heen moest, dan kon ik alsnog niet weg.
Zouden Maith en Dian me echt hier achterlaten?
We waren vrienden geworden. Maar toch dacht nog een deel van mij dat ze hun thuisplaneet alsnog belangrijker vonden.
Voor ik het wist, waren we alweer geland.
Wat zou ik op deze planeet moeten doen?
Ik besloot maar gewoon naar buiten te lopen. Toen ik achterom keek, zag ik dat Maith en Dian mij volgden.
Zo te zien waten we geland op een deel van de planeet waar het nacht was, want de maan scheen fel, terwijl de zon was verdwenen.
Een stukje verderop van de raket stopte ik. Ik draaide me om en zo stonden Dian, Maith en ik in een kleine kring.
Ik zuchtte. "Wat nu?"
Maith en Dian keken beide met hun ogen naar rechtsboven, alsof ze allebei het antwoord niet wisten.
Op een gegeven moment haalde Dian zijn schouders op en Maith reageerde gewoon helemaal niet.
Dat is fijn dan.
"Dus, gaan we dan nog een planeet zoeken of was het dit?"
Maith deed net haar mond open, tot er een grote schaduw over ons viel. Opeens was het licht van de maan weg.
We keken alle drie naar boven. Ons reactievermogen was ineens niet normaal langzaam geworden.
Het leek alsof er een grote raket boven op ons wilde landen.
Opeens werd ik achteruit getrokken. Ik keek fronsend achterom, maar het was gelukkig Maith.
Maith trekte me verder mee tot we uiteindelijk renden, naar Maith's raket.
Dian was al verder en stond zo te zien al bij de raket te wachten tot de deur helemaal open was.
Ik was zo dom om een keer achterom te kijken..
Achter me zag ik wezens die ik nog nooit van mijn leven had gezien.
Ze kwamen al heel snel zo dichterbij.
Van de schrik struikelde ik. Ik draaide me zo snel mogelijk om op mijn rug en zag Maith heen en weer kijken van mij naar de Acha's.
Kon ze mij niet even helpen in plaats van daar maar te staan?
Ik keek voor me en zag dat de wezens nog maar een paar meter van ons verwijderd waren.
Plotseling zag ik een heel fel licht recht voor me.
Ik keek naar Maith, omdat ik me afvroeg of zij het ook zag en ik zag haar ook met dichtgeknepen ogen wegkijken.
Toen het licht wat zwakker werd, zag ik boven me een regenboog.
Langzaam ging ik rechtop zitten. Het eerste wat ik zag was niets, de angstaanjagende wezens waren gewoon verdwenen en ik zag de raket niet meer in de verte staan.
Na verward voor me uit te kijken, kwam er een aliën voor me staan.
"Dyanne!!" Hoorde ik iemand in de verte roepen. Ik dacht dat het de aliën voor me was, maar dat kan nooit zo ver weg hebben geklonken.
Uiteindelijk werd het zwart voor mijn ogen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro