Hoofdstuk 23
1 oktober 2015
Carl Porter
Ik zit hier te niksen, alles is donker. Ik weet niet eens waar ik ben. Ik herinner me niets meer, wat is er gebeurd. Ik kwam van bij Stefan, heb hem het dagboek van mijn moeder bezorgd. Misschien werd hij hier ook wat wijzer van. Nu dat het 5de meisje vermoord is, is er nog maar één slachtoffer over. En diegene ben ik, ik ben het laatste slachtoffer van hem geworden.
'Maak je bekend Shadow', riep ik in het duister, niks geen enkel geluidje. Ben ik hier alleen? Opeens hoorde ik een lach, maar geen mensenlach neen een elektronische lach. 'Jij dwaas', zei een vervormde stem. 'Ik heb je verschillende keren gewaarschuwd Porter maar je negeerde het. Nu moet je de gevolgen er maar van dragen, van je eigen stommiteit.' Ik gaf geen krimp, ik weet dat Stefan mij zal redden, het moet gewoon.
'Waar is het dagboek', vroeg hij nog steeds met die vervormde stem. 'Weg', snauwde ik hem toe. 'Hoe bedoel je weg', gromde hij nu. 'Ja weg, ik heb het niet meer', zei ik, niets laten blijken dat Stefan hem heeft. 'Die vriend van een agent heeft hem zeker', grinnikte hij nu en ik probeerde geen antwoord te geven, geen gelaatsverandering, niets mag in Stefan zijn buurt wijzen. 'Ja dus', gromde hij nu. 'Nee', zei ik nu iets te vlug en men stem verraadde het.
'En alweer heb je een fout begaan Porter', lachte hij nu. Ik keek hem aan, of ik denk toch dat ik hem aankeek. 'Maak je bekend', zei ik terug. Hij stapte in het licht, het was een man dat zag je aan zijn figuur maar hij was onbekend door zijn kleren. Hij droeg een masker, een hoge zwarte hoed en zwarte kleding. 'Ik zei maak je bekend', gromde ik nu.
Stefan Wilson
Na mijn vreselijke ontmoeting met de resten van Evy ben ik direct naar huis gegaan en zit ik weer te denken aan mijn minuten met Carl voordat ik opgebeld werd. Hij deed zo raar en hij wou meteen weer vertrekken. Ik kon niet eens vragen wat hij bedoeld met "tot ziens".
Hij heeft me het dagboek van zijn moeder gegeven. Misschien met Marie haar rare hints en zijn moeder kan ik het oplossen. Ik moet en ik zal een eind aan Black Shadow maken. Het heeft iets te maken met het bedrijf, zo ver ben ik momenteel al. Maar ook met de moeder zelf, haar profiel de blonde haren en de blauwe ogen. Maar hier kom ik natuurlijk niet ver mee, er moet nog iets anders zijn.
Ik zette het nieuws aan en een bekende kop verscheen opeens op mijn scherm. "De 22-jarige miljardair en topadvocaat Carl Porter is sinds een paar uur geleden vermist. Dat meldt zijn trouwe vriend en collega Evan Brews." Wat neen dat kan niet, hij was hier net nog. Dit moet een grap zijn, hij kan niet ontvoerd zijn. Ik klopte uit frustratie en woede een gat in mijn muur.
Waarom, neen hoe? Wat had hij gezegd? Dat hij werd bedreigd door hem al een paar weken, dat hij te ver ging? Maar we spreken hier over Carl, die gaat zich niet zonder slag of stoot gewonnen geven, waarschijnlijk werd hij overvallen door Shadow. Dat kan toch niet anders. Fijn nu heb ik misschien ook nog het bloed van mijn enige vriend aan mijn handen door hem.
Ik moet iets doen, maar wat. Ik weet al door Marie dat het een bekende is in het bedrijf, maar dat zijn er zovele. Dat hij een masker opheeft, dat hij een belangrijk statuut in het bedrijf heeft maar het eigenlijk haat. Of laten we zeggen dat hij een persoon haat, en laat dat nu net onze vriend Carl zijn. Ik kan het niet geloven, wie zou er nu zoiets doen.
Hopelijk word ik door zijn moeder iets wijzer want ik heb niet veel tijd meer als ik hem wil redden uit de klauwen van hèm.
5 september 2005
Melissa Porter
Ik kan het niet geloven, hij, mijn trouwe vriend. Diegene die altijd voor me klaar stond, steekt gewoon een mes in mijn rug. Hij haat mij, hij deed enkel zo voor mijn bedrijf. Ik ren door de kille straten van New York, weg van hem en weg van mijn dood. Ik heb Carl het bedrijf nagelaten heb ik meteen gedaan nadat ik wist wat zijn plan was.
Dat het enkel voor het geld te doen was, mijn beste werknemer me zo bedriegen. Ik voel zijn adem in mijn nek en zijn hielen op mijn hielen. Ik moet weg van hier, weg van hem en wel nu. Dat een mens zo twee kanten kan hebben, dat een mens zo kan worden gewoon voor rijkdom en macht. Hij zal mijn bedrijf nooit krijgen, hij zal het nooit in zijn vieze vuile handen toegeworpen zien.
'Melissa waar ben je', riep hij grinnikend en ik verstopte me snel achter een hoek. 'Wij zijn hier nog niet klaar lieverd van me.' Krijg de kleren, rotzak. Ik moet men dagboek verstoppen, ik moet terug naar huis. Ik liep terug weg maar probeerde weg van de stem te lopen. Gelukkig kon ik net aan hem ontsnappen, voor nu.
Ik rende naar mijn veilige huisje, weg van de kille nacht en de enge sfeer in de straten. Ik ging naar boven, mijn Carl ligt al te slapen vredig in zijn bedje. Ik moet hem beschermen, maar hoe? Ik liep vlug naar men kamer verstopte het dagboek waar het hoorde onder mijn vloer. Ik ging nog eens naar de kamer van mijn zoon, de laatste keer. Ik zoende hem op zijn voorhoofd. 'Ik wil dat je dit onthoud Carl, ik hou van je en vertrouw niemand', fluisterde ik in zijn oor.
Ik trok zijn slaapkamerdeur dicht, pakte een dikkere jas en liep de avondlucht weer in. Ik liep en liep maar het was te stil geworden in New York, geen auto's, geen avondlawaai. Alles was stil, zoals ik al zei te stil. 'Melissa', hoorde ik zijn stem in de wind. 'Hoe kun je me dit aandoen, na alles wat we hebben meegemaakt', riep ik in de lucht. 'We waren vrienden, ik hield van je', fluisterde ik er nog achteraan.
'Liefde is voor dwazen Melissa, dat moet jij toch als geen andere weten? Kijk naar Carl zijn vader, hij is het uitstekende bewijs hiervoor.' Ik werd boos, niet op hem maar op mezelf, hoe heb ik hem kunnen vertrouwen? 'Laat mijn ex-man hierbuiten, dit is tussen ons', riep ik weer kwaad. Hij lachte, zijn lach echode in het stille steegje dat ik stond. 'Weet je wat Melissa, ik heb er genoeg van gehad om in de schaduw te staan van jou. Ik zou moeten aanbeden worden niet jij, jij hebt alles te danken door mij en wat krijg ik van je? Oh ja niets, niet eens de erkenning die ik verdien', riep hij nu ook kwaad.
Nu vraag je waarschijnlijk af wat bedoelt hij hier mee nou wel.
Flashback: 26 juli 1990 (A/N dit staat niet in het dagboek, is iets extra's voor julie)
Ik heb het eindelijk voor elkaar gekregen. Ik heb mijn bedrijf geopend en zonder mijn vrienden zou ik dit echt niet gedaan kunnen hebben. Het was een groot feest en ik moest een speech houden. Eerlijk gezegd haat ik om voor een publiek te spreken, dit is een van mijn grootste angsten. 'En hier is de dame die alles heeft opgericht Melissa Porter', zei Luke - mijn toekomstige man en vader van mijn zoon Carl-.
Ik ging op het podium en iedereen joelde en klapte voor mij en ik stond daar als 30-jarige vrouw. Ik slikte en begon aan mijn speech. Iedereen was nog steeds aan het joelen en aan het klappen maar ik had maar enkel oog voor hem mijn geliefde Luke die in een hoekje stond te praten met hem. 'Maar de grootste dank voor mijn inspiratie en de steun voor het oprichten van dit bedrijf Luke', zei ik en ik klapte nu ook voor Luke die met grote ogen nu naar me keek.
Hij kwam op het podium, en ze klapten ook voor hem enkel één persoon was kwaad en teleurgesteld. Diegene die je nu kent als Black Shadow. Hij was boos, hij vond dat hij mijn grootste steun - emotioneel als financieel- was maar ik noemde hem niet en daarom vond hij dat ik hem een mes in zijn rug had gestoken. Enkel was het omgekeerd.
5 september 2005
'Je weet goed genoeg dat dat niet waar is', mompelde ik. 'Jij was er voor mij, enkel was ik verliefd op hem, op jouw beste vriend en broer', spuugde ik nu. 'Jij hebt de verkeerde man gekozen Melissa', zei hij. Ik had helemaal niet de verkeerde man gekozen, of nu blijkt van wel maar ze zijn allebei even slecht.
'Je liegt en bedriegt', schreeuwde ik nu ook. Hij kwam dichter bij, zijn lieve bruine ogen stonden nu op vuurspuwen. 'Dood me maar Black Shadow, als het dat is wat je wilt', schreeuwde ik. 'Je krijgt toch niks, helemaal niks', spuugde ik in zijn gezicht. Hij grinnikte, neen hij lachte maar één van die lachen waarvoor je zou vallen.
'Misschien niet vandaag, of niet binnen een paar jaar, maar ik krijg alles wat ik wil Melissa', fluisterde hij in mijn oor. 'Over mijn lijk', spuugde ik in zijn gezicht. Hij grinnikte en pakte me bij men keel. 'Carl zal in mijn val trappen, net als jij. Hij zal boeten omdat hij bestaat. Ik verdien het bedrijf, ik verdien alles wat jij me niet kon geven', schreeuwde hij weer. 'Fijn je gekend te hebben lieveling', fluisterde hij nu weer. Hij pakte het mes en ik dacht nog enkel aan mijn lieve jongen die nog vredig in zijn bedje lag te slapen. 'Ik hou van je Carl', waren men laatste woorden voordat het mes me de keel doorsneed.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro