Hoofdstuk 11
19 september 2015
Stefan Wilson
Ik zit nu in het bureau van de commissaris en laten we zeggen hij was absoluut niet blij. 'Wat denk jij wel, zo weggaan en ons buiten sluiten. Eigenlijk zou ik je moeten ontslaan weet je dat. Bla bla bla bla.' Ik luisterde zelfs al niet meer ik hoorde enkel "bla". Als ik zijn mond niet meer zag bewegen en ik zeker wist dat er niets meer kwam knikte ik en zei iets "sorry-achtigs".
'Waarvoor ik kwam', zei ik en hij keek me doordacht aan en gebaarde dat ik verder moest doen. 'Ik heb hulp nodig, ik weet nu al dat Tiffany dood is en Claire haar 72 uur zijn ingegaan waarvan we nu nog 52 uur hebben. Maar er is mij ook ondertussen iets opgevallen, de boekjes zijn allebei van hetzelfde merk en het zou me niet verwonderen van dezelfde winkel. Dus ik zou voorstellen om daar ook even bij stil te staan en dat de rest nu eerst op zoek gaat naar het lichaam van Tiffany of de plaats waar ze vermoord werd tenminste.'
Ik had eindelijk mijn monoloog afgerond maar hij keek me nog even nors aan als daarnet. 'Oké, daar kunnen we alvast al mee beginnen. Is er iets hetzelfde aan de teksten in hun dagboeken?' Ik knikte, want ze hadden het allebei over sport dus misschien daar eerst eens bij stilstaan. 'Hun sporten dat van Tiffany was ballet of dansen dus ik zou eerst alle dansscholen afgaan, nieuwe en oude. En ik ga dan eerst eens naar de oude vrouw van het paardje waar Claire het over had.'
Hij knikte. 'Nou vooruit wat zit je hier dan nog te zitten aan het werk inspecteur en stel me niet weer teleur.' Ik knikte en pakte mijn spullen en ging naar het oude vrouwtje in de straat van Claire. Ze ontving me met open armen, ze vertelde veel over haar paardje en over hoe beleefd en vriendelijk meisje Claire was. Dat ze echt verzot was op dat beest.
Als mijn vermoeden van dit moment juist is, gaat hij binnen 49 uur haar hier naar toe brengen. Dat hoop ik tenminste. Ik bedankte haar voor het gesprek en de koffie. Ze zei me dat ik altijd langs mocht komen, omdat ze niemand had. Spijtig, want het is echt een schat van een vrouw.
Ik ging ook eens langs bij haar moeder en vroeg naar haar telefoon. Want in haar boekje stond dat ze een vreemde sms had gekregen. Misschien kan ik die sms nog terughalen, waarschijnlijk niet maar het is het waard om het eens te proberen, misschien brengt ons dat ook weer dichter naar Black Shadow.
Ze was natuurlijk gebroken, de arme vrouw. Maar dat is begrijpelijk ze neemt het haarzelf kwalijk dat ze weg is, dat ze haar thuis had moeten laten omdat ze het blijkbaar had gevraagd. Maar ik verzekerde haar als Black Shadow haar wou dat hij haar zou krijgen als het nu dan was of op de weg naar school. Dat dat geen verschil maakte.
Ik ging terug naar kantoor met nieuwe energie, ik denk dat we op een goed spoor zitten. Ik hoop toch dat we op een goed spoor zitten. Ik verbond Claire haar gsm met mijn computer en probeerde alles om dat ene bericht terug te vinden maar zonder succes. Jammer, maar misschien komt er nog zo een kans.
De codes waren ze nog aan het onderzoeken, maar dat kon nog een tijdje duren. Ik had die codes en die naam, of het bedrijf of weet ik veel wie het gekocht heeft nodig. Ik ging eens vroeg slapen vanavond, ik had het nodig. Maar helaas had een advocaat met blauwe ogen andere plannen.
Carl Porter
Ik had geen zin om vanavond in men moeder haar dagboek te lezen, ik verstond er toch niet veel van. Het is echt in een codetaal geschreven volgens mij. Het lijkt net alsof ze het voor iemand niet leesbaar wou maken, wat slim is in haar positie natuurlijk. Ik nam een biertje uit de koelkast en zette de tv aan, natuurlijk was het weer over Black Shadow. Kunnen ze nu echt niet over iets anders praten?
Ik wist zelfs niet dat ik al dronken was en ik belde per ongeluk een nummer. 'Met inspecteur Wilson wat kan ik voor je doen', zei de lage stem aan de andere kant van de lijn. 'Ah Stefan met mij hik. Weet je wat het is Stefan je doet iets met mij hik', wat zeg ik nu allemaal, mijn god. 'Porter ben je dronken?', vroeg nu een bezorgde stem. 'Ik nee', schaterde ik nu.
'Mijn god, je bent dronken', mompelde hij. 'Als jij het zegt moeder', zei ik nu en nam nog een slok. 'Zet onmiddellijk je drinken neer Porter.' 'Ah komaan, jij bent echt niet leuk weet je dat', mompelde ik. 'Dat heb ik nog al gehoord ja.' Ik lachte.
En daarna praatten we nog uren verder totdat ik zag dat het alweer 2 uur in de morgen was. Ik was ondertussen al terug sober, en ik ben nu echt beschaamd over wat ik allemaal heb gezegd over de telefoon. Maar ik hoorde hem altijd lachen dus dat was een goed teken. 'Weet je Porter ik ga slapen morgen weer vroeg dag, we hebben eindelijk een spoor naar Black Shadow', zei hij blij.
'Dat is goed, ik spreek je later', zei ik en ik glimlachte. 'Daar hou ik je aan, goedenacht Porter.' 'Carl', zei ik. 'Huh', vroeg de andere stem verbaasd maar slaperig. 'Mijn voornaam is Carl.' 'Goedenacht Carl', zei hij lachend. 'Goedenacht Stefan.'
20 september 2015
Het was dus niet zo een goed idee om te drinken gisterenavond. Ik heb een kater en een enorm ochtendhumeur. Maar het was fijn om met Stefan te praten en ben blij dat ze ook eindelijk een spoor hebben naar Black Shadow, dan moet ik niet meer verder lezen in dat dagboek en kan ik gewoon verder met mijn leven.
Ik ging naar kantoor en mijn eerste klant stond al aan de deur of ja klant. Het was een vader die altijd hier stond voor hulp te vragen maar ik kan hem niet helpen. Zijn rechtszaak is al volgende week en hij heeft hier nog schulden staan van vorige rechtszaken. Ja het is geen doetje, ik denk zelfs dat Stefan hem zal kennen. Hij heeft ook een dochter, en ook weer hetzelfde profiel voor Black Shadow.
Ze zijn hier sinds 2 jaar terug komen wonen en sindsdien heeft hij al verschillende keren moeten zitten steeds voor winkeldiefstallen. Waarom geen idee, volgens mij zijn ze niet zo arm dat hij de hele tijd moet stelen. Maar je weet maar nooit, je mag nooit een boek beoordelen op zijn voorkant.
Ik ben zo in gedachten dat ik hem niet eens heb horen gillen en weg zien lopen heb. Ik liep er met grote passen naar toe maar niets. Enkel hij zat op zijn knieën voor zijn autodeur, wat is er gebeurd? Ik legde een bemoedigende hand op zijn schouder en hij draaide zich om en ik zag dat er tranen over zijn wangen liepen.
'Wat is er gebeurd?', vroeg ik een paar minuten nadien nadat hij uitgehuild was. 'Hij heeft haar', begon hij weer te snikken. 'Wie?', vroeg ik niet wetende dat hij nog een passagier bij zich had. 'Mijn dochter, hij heeft mijn dochter.' Ik keek hem nog altijd raar aan, wie heeft zijn dochter? 'Black Shadow heeft haar meegenomen.' En mijn kwartje viel en hij was weer in tranen uitgebarsten.
Ik wist niet wat ik moest doen dus ik liet hem uithuilen en troostte hem. 'Stil maar alles komt goed, de politie heeft een nieuw spoor naar hem dus uw dochter kan er levend uitkomen.' Ik legde wel de nadruk op kan, want Stefan kan helemaal verkeerd zijn ook. Dan geef ik deze man voor niets hoop.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro