11
"Zijn kille voetstappen verlieten de kamer, de deur ging dicht, de deken viel op de grond.
En daar stond ik, de deken was als een bloed zee om mijn voeten gedrapeerd. Zijn woorden hadden krassen op mijn armen gevormd, zijn leugens littekens in mijn hoofd. Maar dat zou ik pas zien als ik in de spiegel keek.
Ik was te bang voor mezelf om ooit te kijken zonder blind te zijn. Dus klampte ik me vast aan het beeld dat hij van me had."
"Mag ik iets vragen?" Je doet een gefaalde poging om beleefd te klinken.
Met een zachte knik geef ik je toestemming.
"Wie ben je dat je je eigen daden goed mag praten door te vertellen wat hij je heeft aangedaan? Hij zei alleen maar dingen, hij raakte je niet eens aan."
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro