Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

32








Pijn.

Dat was het enigste wat ze voelde toen ze door het bos rende. Alleen maar pijn. Pijn op haar achterhoofd, pijn in haar been, pijn in haar gedachten. Pijn in haar hart. Kanonschoten werden door haar hoofd gegooid. Hoeveel had ze er af horen gaan, was het er eentje, twee, misschien wel drie. Hoe snel kon ze haar mede tributen vinden? Hoe snel zou ze Robijn vinden, Helena, Daphne.

Haar ogen flitsten door het bos, kijkend naar beweging, afwachtend tot ze iets zag. Maar ze zag alleen maar het beklemmende oerwoud, dat het zweet over haar rug liet lopen. In haar hand droeg ze haar zwaard, maar haar handen waren zo bezweet dat het wapen soms uit haar hand dreigde te slippen.

Haar been protesteerde erger dan normaal, het was alsof het een anker was dat haar naar beneden joeg en haar liet verdrinken in het donkerste stukje van de zee. Ze wist niet meer hoe lang ze door het bos met die onverdraaglijk hoofdpijn en de snijdende pijn in haar been rende, uiteindelijk kwam ze uit bij het rand van het tropische bos.

Ze stopte en dacht dat ze flauw zal vallen toen ze het net zag. Was het een net? Ze was zo uitgeput dat ze het niet meer wist. Het leek niet op een net? Jenn zakte neer naast wat zei een net vond, ze liet haar zwaard op het gras vallen. Haar handen zochten naar het touw waar het aan de lange boom vast zou zitten. Haar vingers stopten toen ze bij het doorgehakte stukje van het touw aankwam. Ze keek weer naar het zogenaamde net, ze pakte het op en rook eraan, ze wist niet precies waarom. Het net rook naar zweet en ze kwam tot conclusie dat het geen net was... Maar een slaapzak.

Waarom zou iemand een slaapzak als een net gebruiken? En wie zou het als een net gebruiken? Jenn stond op, ze veegde het zweet van haar voorhoofd en pakte haar zwaard van de grond af. Hoe kon ze Robijn, Helena en Daphne nu nog vinden? Wellicht waren ze allemaal al dood, of dood aan gaan. Maar hoe kun ze geloven dat 6 en haar maatjes zo veel schade hadden aangebracht, ze wist nog niet eens wat er was gebeurd en wat het plan was geweest van hen.

Ze viel op de grond toen ze midden op het omhooglopende weiland was. Het zwaard viel uit haar handen en kletterde naast haar neer. Ze wist dat haar spieren het niet meer aankonden, ze zuurde door haar lichaam heen, haar wond knalde als een raket tegen haar pijnzenuwen aan. Ze kon niet meer, zelfs haar neus reageerde niet meer op de bewegende pollen in haar neus.

Misschien vond ze op de grond wel vrede, dacht ze, ze kon hier het best dood gaan van uitdroging, of honger. Ze moest gewoon blijven liggen en niets doen, ze moest elk geluidje negeren en elke beweging tegen haar lichaam vergeten.

Haar hoofd bewoog ook niet van de grond toen ze een andere kanonschot hoorde, het geluid was nu zo bekend dat ze er niet meer van op wilde kijken. Hoe veel schoten had ze nu wel niet gehoord? Hoeveel mensen waren er wel niet doodgegaan door deze spelen. Hoe kun ze vertrouwen dat ze hieruit zal komen, hoe had ze het haar moeder kunnen beloven? Het was te naïef geweest, ze was te zwak om dit te overleven. Ze was een mietje.

Maar misschien.. Was er nog hoop. Er was altijd hoop, ze moest het gewoon vinden. Maar wat als ze het niet wilde vinden, ze wilde hier blijven liggen, alleen in het gras. Ze wilde hier doodgaan. Maar toch, haar moeder, haar broer, Robijn, zelfs Daphne wilde ze op dit moment vinden en zien. Ze moest toch niet opgegeven, ze mocht het Capitool niet laten winnen.

Ze mocht ze niet laten winnen.

De gedachte zorgde ervoor dat ze opstond en haar been vervloekte tot zijn dood. Ze zag even dubbel, ze knipperde en de wereld werd weer een. Jenn pakte haar zwaard op, ze liet het eerst door haar handen glijden, daarna stopte ze het in haar buidel. Ze begon weer te rennen, ze wist niet waar naartoe, maar beter ergens, dan nergens.

Ze negeerde het lange gras dat tegen haar benen aanzwaaide door de steeds hevig wordende wind, ze haatte de kleine regendruppels die op haar hoofd en armen vielen. Ze keek niet op naar de steeds donker wordende lucht.

Robijn.

Ze zag Robijn.

Ze had het zich niet verbeeld.. Robijn wankelde het loofbomenbos uit, ze zag er niet gewond uit, ze zag er helemaal niet gewond uit. Maar haar gezichtsuitdrukking zei alles... Jenn zag dat ze moe was, net als haar, ze waren beiden moe.

Robijn zag haar ook, uit haar mond ontsnapte Jenns naam. Ze zette de pas erin en voordat Jenn het wist had ze Robijn in haar armen. De omhelzing was warm, het was er een die haar moeder haar ooit had gegeven, een lang tijd geleden. Het was zo'n omhelzing die je kreeg van mensen wanneer je zei dat je bang was en niet meer terug naar bed wilde gaan omdat de nachtmerrie zo erg was dat je zeker wist dat het monster achter de hoek van je deur stond.

Robijn liet haar los en pakte Jenns gezicht vast tussen her koude vingers, ze duwde haar voorhoofd tegen de hare aan en er speelde een traan over haar wang. ''O mijn god,'' mompelde ze zachtjes. Jenn trok haar weer tegen haar aan. ''O mijn god,'' mompelde Robijn weer. ''Ik dacht dat je dood was.''

Ze vonden Daphne ook in het loofbomenbos. Nadat Robijn uiteindelijk Jenn had losgelaten waren ze opzoek gegaan naar Daphne. Robijn had tussendoor rustig uitgelegd wat er was gebeurd. Blijkbaar was Robijn verrast door de slaapzak, Daphne had haar gelukkig kunnen bevrijden. Nadat ze de brandstappels hadden gevonden- die Jenn nog niet eens opgevallen waren dankzij haar paniek- zei Helena dat ze zich op moesten splitsen, waarna ze zelf verdween.

''Ze is dood.'' Waren de eerste woorden die ze van Daphne hoorde nadat ze elkaar opgelucht begroet hadden. ''Helena is dood.'' Jenn had geen tijd gehad om goed te reageren, in haar hoofd herhaalde zich het zelfde riedeltje, dood, dood, dood. De jonge vrouw die veel te veel medeleven had kunnen verbergen voor de ogen van iedereen was dood.

Omdat de regen zelfs door de taken van de loofbomen viel, vonden ze een kleinere boom die met zijn takken een klein soort dakje vormden. Jenn waste het bloed van haar schaafwond in de regen, ze voelde het bloed over haar nek glijden en ze moest denken aan Helena. Robijn zorgde ervoor dat Jenn niet voor eeuwig in de regen bleef staan.

''We moeten terug,'' jammerde Daphne nadat ze allemaal droog zaten. ''Al onze spullen liggen in de hoorn en de meeste wapens, het eten, we moeten wel terug,  anders verhongeren we.''

''We kunnen niet terug,'' zei Jenn. Ze kon niet terug naar de hoorn, niet na wat er was gebeurd- iets dat ze zelfs nog niet goed aan Robijn en Daphne had uitgelegd, iets wat ze ook niet hadden gevraagd, behalve wat er gebeurd was met Wonder en June. Waarop Jenn had geantwoord met ''sorry''. ''We weten niet wie er nu bij de hoorn is en als het gevaarlijk is of niet. Als we tenminste genoeg wapens hadden en niet zo uitgeput waren konden we het proberen. Maar anders.. Gaat het niet door.''

''Ik ben het eens met Jennifer,'' kwam Robijn erbij. ''Ik wil niet meer terug, niet nu, niet nu we in deze situatie zitten.''

Daphne liet een gefrustreerde zucht horen.. Ze wachtte even, we zijn nu bij de laatste tien. Er zijn nog maar zes tributen over, zoals elke hongerspelen komt het feestmaal er ooit aan. Wellicht kunnen we dan de hoorn weer terug innemen.''

''Je vergeet dat de meeste tributen ook bij het feestmaal zullen zijn.''

''Ze zijn-''

-'' Wacht.'' Jenn stak haar vinger waarschuwend omhoog, ze hoorde iets in haar oor piepen. Je kon het bijna niet horen door de ruisende regen. Maar ze herkende het geluid, het was hetzelfde geluid dat ze hoorde toen ze bijna dood ging.

Jenn stond haastig op en verliet de overdekte takken, twee meter van haar vandaan stond een boom, en aan een laaghangende tak hing een klein zilver dichte bekerachtig ding, hij hing vanwege een parachuutje vast aan de tak. Jenn rende door de regen naar de boom en haalde het cadeau van de sponsoren van de tak.

Ze rende terug naar de overdekte plaats en plofte naast Robijn neer. Daphne en Robijn keken vragend naar het pakketje in Jenns handen. Jenn opende de capsule, uit het kwam een overheerlijk aroma. Ze pakte de drie broden rustig uit de capsule.

''Brood,'' zuchtte Daphne. Jenn gaf een stuk aan haar, de tweede gaf ze aan Robijn. Zelf legde ze het brood op haar schoot, ze vond namelijk nog iets in de capsule. Ze haalde het briefje eruit en vouwde het open.

-district 12

Haar hart brak. District 12 was het armste district van alle twaalf districten.. Maar ze gaven hen drie stukken brood.. Drie stukken brood. Daar konden zes maanden een heel gezin goed mee voeden. Maar ze gaven het aan hen, waarom? Vanwege June? Maar wat had ze ooit voor June gedaan dat ze dit verdienden?

♚»↞

Het banket, ook wel bekend als het feestmaal. Maar de dag van het feestmaal stond beter bekend als de Misleidende Dag. Niet alleen omdat Katana Remea tijdens de tijd van het banket de meeste van de laatste tien had omgebracht met een val waarmee ze samenwerkten met een van haar bondgenoten, die later onthoofd werd door een van de beroeps. Maar ook omdat de Misleidende Dag elk jaar elk tribuut misleid, soms zelf tot hun dood.

Daphne en Jenn waren erop uitgestuurd om hun zogenaamde benodigde middelen te halen, Robijn bleef bij hun beschutte plek omdat Jenn, en zelfs Daphne, zei dat ze al genoeg had gedaan voor hen. ''Ik blijf hier,'' zei Daphne toen ze bij de rand van het oerwoud aankwamen en zicht hadden op de hoorn en de ruisende rivier.

Jenn zei dag en rende naar het rivier, eerst keek ze of er niemand was en tot haar verbazing was er ook niemand. Ze zag dat er vijf tassen stonden op een lange tafel voor de ingang van de hoorn, ze zag ook dat hun tent opgeruimd was en zo te zien was platgebrand, de tafel stond namelijk in de as.

Jenn zwom zo snel ze kon door de rivier, ze trok zich eruit, met tegenzin in haar been huppelde bijna naar de tassen. Haar ogen vonden een meisje, ze herkende haar, het was district 8. 8 kwam de hoek van de hoorn omlopen, zodra ze Jenn zag, en het was bijna alsof ze zich had voorbereid. Ze zette haar voet naar voren en gooide met al haar spierkracht de speer in haar handen naar Jenn.

De speer raakte haar voorhoofd, maar gleed over het alsof haar hoofd besmeerd was met boter. Het liet een pijnlijke snee achter. Door de kracht viel Jenn achterover. 8 was in een minimum tijd bij haar, voordat Jenn goed op kon staan, dwong 8 haar weer tegen de grond.

Jenn verloor haar zwaard in het proces, ze greep 8's kraag en met haar andere hand haar haren vast en zorgde ervoor dat ze rollend over het harde gesteente rolde opzoek naar de overwinnende plaats. 8 pakte Jenns zwaard van de grond, Jenn hield haar slag tegen om 8's pols vast te pakken en het vlijmscherpe uiteinde van haar gezicht te verwijderen. 8 duwde Jenns beklemmende vingers van haar pols vandaan.

Het was Juno. Jenn herinnerde haar naam opeens. Ze had het gezien op de deuren van de voorbereidingskamers voor de parade. De bruinharige was haar nooit zo opgevallen en ze had nooit gezien dat Juno, inderdaad, zo sterk was als ze zei in de interviews.

Jenn duwde haar hand tegen het gezicht van Juno aan. Juno raakte afgeleid, maar sloeg super snel Jenns zwaard bijna tegen Jenns gezicht. Jenn kon het nog net ontwijken. Rollend over het gras, met het vlijmscherpe zwaard tussen hen in, vochten ze bemoeilijkend met elkaar. Uiteindelijk won Juno, nadat ze hard tegen Jenns gewonde been had geschopt. Ze plaatse het zwaard aan Jenns keel en begon woedend te praten.

''Je hebt haar vermoord,'' spuugde Juno in haar gezicht. ''Je hebt haar vermoord.''

Ze had het over Katniss.

Jenn probeerde zich uit de greep van Juno te halen, ze deed er alles aan. Maar Juno had haar in zo'n greep dat ze niet meer kon bewegen en eigenlijk vast zat. Juno was klaar om Jenns keel door te snijden, toen ze opgetild werd en tegen de hoorn werd aangeslagen.

Daphne pakte haar bij haar kraag op en smakte haar weer tegen de hoorn, deze keer harder. Zonder waarschuwing deed het ze het nog een keer, en nog een keer, harder en harder. Tot Juno' s geschreeuw stopte en ze glazig voor haar uit keek. Daphne liep naar Jenn toe en hielp haar overeind.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro