2.Bus ritje
School was uit.
Heerlijk! Geen stress meer, geen gezeur van leraren die zeggen dat je moet opletten en niet ''hun'' les moet verstoren met ''fantasierijke'' gedachtes. Wat natuurlijk volkomen belachelijk is. Ik bedoel, ik heb die eenhoorns gezien en ik stoor niemand. Behalve als ik van me stoel val, maar dat doe ik niet expres. Al hebben leraren hun eigen mening over. Die ik zelf niet kan waarderen ze noemen het: ''aandacht trekken.'' Waarom zou ik nou aandacht willen van mijn inbiezele klas? Ik bedoel: het zijn allemaal van die halve idioten die geen dolfijnenpoep doen. Ik ben de enige die nog een beetje normaal mee doet. *Kuch.* Nee, maar ik haal wel goede cijfers. Met nog een paar. De rest zijn gewoon dode aliens die geen hersenen hebben.
Maar oké, ik ben verlost vandaag van school en ik moet nu mijn bus zien te redden, het had niet gehoeven als Vince met zijn ''vrienden'' niet voor bij was gereden *Kuch.* Crossen, en ik niet zo was geschrokken van het geluid en de beweging die hun maakte. Dan was ik niet omgevallen, en was mijn fiets niet blijven haken, waar vervolgens een andere auto overheen ging. Kortom: mijn fiets is nu naar de fietsen hemel, en moet ik nu wachten op mijn nieuwe fiets. Die ik heb besteld en hij is echt super mooi. Hij is helemaal wit, en is totaal niet bijzonder. Nu denk jij natuurlijk: 'waarom heb je hem dan?' Nou mensen: ik heb verf en glitters. *Knipoogt.* Dus hij word wel mooi.
Oké, nu weer terug naar waar ik ben.
Ik begin met rennen richting de bus. Net op tijd stap ik in voordat de bus weg rijd. Ik ga zitten bij een één of andere plaats in de hoop dat niemand het heeft geclaimt. Rustig doe ik mijn tas naast me, en pak me muziek. Het nummer van Sam Smith, mijn idool zet ik op. Ik zing zachtjes met het mee nummer.
Langzaam en zeker zie ik dat er iemand naast mij is gaan zitten. Ik doe mijn oordopjes uit om sociaal over te komen en hij begint te praten tegen mij. 'Hé.' Twee groene ogen kijken mij aan: kikker. Ik grijns in mezelf. Oké, mijn humor is echt heel erg slecht op dit moment. Van de rest moet ik zeggen dat een behoorlijk lekker hapje is. 'Hey.' Ik glimlach breed naar hem terug. Waarschijnlijk ziet dit er idioot uit. 'Dus..' Hij kijkt mij ongemakkelijk aan. 'Ik ben Lyanna, ik zit op school, maar dat is wel logisch. Ik zit op de school: St. Bernardschool. Ja ik weet het! Het lijkt net een honden naam, maar dat is niet zo. Er zitten (enkel) veel halve gare koeien op, maar ik heb jou nog nooit eerder gezien?, dus wat doe je in deze bus?' Wauw, ik heb weer teveel gezegd. Ik sla mezelf voor me hoofd. 'Lyanna, gaat het wel met je?' Heeft hij wel geluistert? Ik rol snel met mijn ogen 'Ja, prima, maar ik vroeg je wat.' Ik kijk hem door dringend aan. 'Eh, ja.' Hij krabt ongemakkelijk op zijn achterhoofd. 'Ik ben dus nieuw, ik heb vandaag voor het eerst gekeken. Ik vond het wel een gave school.' Oké, wauw. "Gave" kan hij beter weglaten. Ik bedoel de school is op zich best leuk voor mij, maar dat komt omdat ik de dochter ben van de directeur en daarom heb ik nooit straf en doen mensen aardig tegen mij. Als ik de klas uit word gestuurd boeit het me vader niet zo, dus vaak volgen andere mensen dan ook omdat ze denken dat hun dan ook geen straf krijgen. Ha losers. Tuurlijk krijgen hun wel straf. Sommige niet, maar die help ik dan. Ik bedoel: je moet wel vrienden hebben. Anders heb je gewoon een vreselijk saai idiote leven. 'Ik wil je wel de school laten kennen en zorgen dat mensen weten wie jij bent.' Hij kijkt mij half bespottelijk aan. 'En jij kan dat?' Ik keek hem bespottelijk terug aan. 'Tuurlijk kan ik dat.' Ik kijk hem nu aan met een ''duh'' gezich. 'ha ha, hoor je de sarcasme?' Hij gaat nu al tegen mij in. Ergens vind ik dat wel leuk, niet dat standaard "ik mag je" gebeuren. Nee, ik denk dat ik moet bewijzen om hem als vriend te hebben.Ik mag hem daarom nu al. 'Mijn vader is de directeur.' Ik kijk hem serieus aan. Zover het kan dan. 'En ik ben de zoon van Obama.' Hij rolt.met zijn ogen. 'Ja vast jongen, waarvan ik je naam niet eens weet.' Ik kijk hem aan. Al kost het mij veel moeite om niet over hem heen te spugen van gemeenheid. Het raakt mij een beetje.
'Ik ben Jace, Jace Wensen.' Nou hij is niet om te wensen. Al vind ik hem ergens wel leuk. Hij heeft een eigen stijl. Neemt niet alles te letterlijk en wil bewijs. 'Nou Jace Wensen, kom morgen om acht uur op school. Ik zal je alles laten zien. Ik ga jou helpen.' Ik doe mijn hand naar voren zodat hij hem kan schudden. 'Afgesproken.' Hij schut mijn hand. Die hand was zo zacht en zat tussen warm en koud in. Zo'n typsiche hand die je niet wil los laten omdat hij zo hemels aan voelt. 'Mooi, maar ik ga er nu uit. Spijtig genoeg.'
De bus komt tot zijn stil stand en veel mensen stappen uit. Inclusief ik. Lang hoef ik niet te lopen om thuis te komen.
Daarvoor heeft mijn vader wel gezorgt. Hij wil het beste voor ons. Mijn mama kwam te overlijden toen ik twee was, mijn vader heeft tot mijn achtste. Op twee kinderen moeten passen. Want daarna leerde hij Cecly kennen. Een super aardige vrouw die ik zie als mijn moeder. Ze helpt mij bij alles, is er altijd en maakt mijn vader gelukkig. Naar dat zij kwam, werden er nog twee kinderen geboren. Zij zijn echt geweldig. Dus in totaal zijn we met vier kinderen van: 15 jaar, zestien jaar, zes jaar en drie jaar. Echt geweldig. Zonder sarcasme.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro